Een mannetje op de radio zei vandaag dat mijn lichaam niet van mij is

Een mannetje op de radio zei vandaag dat mijn lichaam niet van mij is

Een mannetje op de radio zei vandaag dat mijn lichaam niet van mij is

Begrijp me niet verkeerd, hij zei ook niet dat het hem was
Het voelde desondanks nogal onteigenend

Maar bij nader inzien
Misschien is het maar goed ook

En kan ik alleen maar medelijden hebben
Met de gek die het mij heeft toevertrouwd

Het kan

Het kan

En het kan mooi en dankbaar zij

Het kan smerig en verhalend zijn

Het kan pijnlijk en gelukkig zijn

Het kan fascinerend zijn

Het is een viscerale, verdomde en onvermijdbare deel van het leven

Het is onzinnig en het is krachtig en zinvol

Het is een daad die je zomaar overkomt of de meest nobel wat je ooit kan begaan

En uiteindelijk

Wat maakt het ook uit

Je bent er niet meer

En dan doet dit er allemaal niet meer toe

En dan ben je niets meer dan de wezens om je heen

Een idee, een herinnering, een gedachte

Maar jij bent er niet meer

‘Waarom ben je terug gekomen?’

‘Het was saai aan de overkant’

The Second day

The Second day

At the second day that nobody was at home to answer the bell, I got lucky as I was able to sneak into the building. Well, then I can just as well dunk the letter in his mailbox, the picture of them at her funeral. But it could in no way fit in the slot because it was chock full of unread letters. With this, it started to become suspicious. Never in my days have I seen that mailbox full. Slowly, I ascended the stairs, just to check what was up. I didn’t want to acknowledge my angst.

Hersenschimmen

Hersenschimmen

Hersenschimmen draaien rond een afgetakelde carrousel

Er was geen reden voor hun om daar te zijn

Behalve de klaagzang van de verstilde accordeon

De geruisloze noten die als losse schroeven op de grond vielen

Bij elke wenteling om de as van het lege universum

Een kreet die opgesmikkeld werd als een natte suikerspin

De lichtjes die uitgaan

En de laatste bezoeker weer verder droomt

De leegte achter mijn ogen

De leegte achter mijn ogen

Nee, eigenlijk net iets erboven

Gapend gat

Eindigend abyss

Geen idee wat er zit

Sputterend raast er wat uit

Kabbelend terwijl ik tevergeefs sta te grijpen.

Als een kale beer naar een laag overvliegend zalm

Hongerig, maar weltevree

Het zij zo

Terwijl ik luister naar de echo

Van het vallende munt

Die valt

In het eindigend abyss

Valleien

Wou dat ik die golven kon beschrijven Die lijnen van vreugde Van vrede Verwelkomend door warmte Zachte valleien en rollende heuvels Wou dat ik die golven kon beschrijven Dat ik tussen in kon blijven Veilig en verward Tussen lust en warmte Verlangend om er in te kunnen bijten In ze kan verdrinken al kussend en…